Steen des aanstoots: WTZA
De rapportageverplichting van de WTZA valt de praktijkhouder zwaar. Veel extra administratie die notabene helemaal niet tot waardevolle inzichten leidt. En er waren juist nog minder regels toegezegd in het IZA (tussen de vele andere beloften). Nu toch meer dan 45 pagina’s aan invuloefening die jaarlijks terug gaat komen. Is hier wat tegen te doen?
WTZA
De WTZA staat voor de Wet toetreding zorgaanbieders en is op 1 juli 2021 in werking getreden. De wet heeft als doel om de kwaliteit en veiligheid van de zorg te verbeteren door een verplichte toelating van alle zorgaanbieders tot het zorgstelsel. De wet is van toepassing op alle zorgaanbieders.
Met de WTZA worden ook kleinschalige zorgaanbieders, zoals huisartsen (ook zzp'ers), fysiotherapeuten en psychologen verplicht om te rapporteren over hun bedrijfsactiviteiten. De tamelijk uitvoerige vragenlijsten waarmee huisartsen inmiddels zijn geconfronteerd zijn wat moeilijk in lijn te brengen met het doel van de wet: het verbeteren van kwaliteit en veiligheid. Wat is bijvoorbeeld de zin van vragen naar de governance structuur in de veel voorkomende eenmanspraktijk? Moet er echt jaarlijks worden gerapporteerd over de organisatie als het gros van de praktijken vrijwillig aan de accreditatieverplichtingen voldoet? Tenslotte: wat blijft er nu over van al die toezeggingen over “fors verminderen van regeldruk”; is het -in de woorden van het IZA- “zinnig en radicaal simpel” om de huisarts te vragen naar financiële algemeenheden in meer dan 45 pagina’s tekst (exclusief een handleiding van 22 pagina’s)?
Terecht dat de WTZA wordt ervaren als een steen des aanstoots en bijzonder dat partijen die claimen ‘aan tafel te zitten’ met de minister dit -in het kader van het IZA- niet hebben weggehouden van huisartsen.
Treedt DBH hier tegen op?
DBH is de vraag gesteld of DBH hier niet tegen wil optreden. We hebben dat laten toetsen en gaan dat niet doen omdat de wet en de daarmee samenhangende regels zo zijn opgesteld dat de huidige vragenlijsten voldoen aan de wettelijke criteria en bevoegdheden. Er zijn veel zorgen onder huisartsen dat de openbare financiële verantwoording, zoals die te zien is op de site van VWS , patiënten inzicht geeft in het inkomen van de huisarts. De openbare verantwoording gaat echter om de cijfers van de organisatie (lees: praktijk of maatschap) en kent geen directe relatie met het inkomen van de huisarts. Hoewel er in de dagelijkse praktijk een nauwe relatie zal bestaan tot de resultaten van de praktijk en het inkomen van de huisarts - en zeker leken die relatie makkelijk zullen leggen – zijn de vragenlijsten in overeenstemming met de wet opgesteld zodat daartegen niet succesvol kan worden opgetreden.
Juridische actie is ook niet zinvol omdat dit soort rapportageverplichtingen in heel veel bedrijfstakken verplicht zijn of gaan worden in het kader van mondiale initiatieven op het gebied van bestrijding van witwassen en terrorisme. Naar inschatting van de advocaten die DBH heeft geconsulteerd, is het dus niet zinvol om juridische procedures tegen de WTZA te starten.
WTZA had van tafel gemoeten aan de ‘praattafel’
Terecht dat de WTZA door de praktijkhouder wordt ervaren als een steen des aanstoots en bijzonder dat partijen die claimen ‘aan tafel te zitten’ met de minister dit -in het kader van het IZA- niet hebben weggehouden van huisartsen. Als er iets moet veranderen aan de WTZA, dan zal dat via de politiek moeten. Hierbij waren en zijn LHV en VPH aan zet.
De Bevlogen Huisartsen willen dat huisartsen de ruimte hebben om goede zorg te leveren en het vertrouwen krijgen om te doen wat het beste is voor de patiënt. Dit doen we door zowel zorgverzekeraars als politiek te beïnvloeden. Steun ons en word donateur.